Bevoegdhedenstelsel aanpassen? Neem het mbo als voorbeeld

Bevoegdhedenstelsel aanpassen? Neem het mbo als voorbeeld

Ik had een verkennend onderzoekje uitgevoerd naar bevoegdheden van mbo docenten. Waarin ben je opgeleid en waarvoor leid je op? Dit omdat het bevoegdhedenstelsel misschien op de schop gaat? Het Onderwijsblad publiceerde een opiniestuk van me daarover.

Bevoegdhedenstelsel aanpassen? Neem het mbo als voorbeeld

Eind dit jaar moet er een ontwerp voor een nieuw bevoegdhedenstelsel zijn. De commissie die zich hierover buigt, kijkt te weinig naar het mbo, vindt voormalig mbo-docent Jet Idskes. Daar zijn docenten al breed inzetbaar.

Toen ik in 1999 met mijn heao en een paar jaar werkervaring als zij-instromer het mbo binnenkwam, was ik ‘bekwaam, maar niet bevoegd’. Die bevoegdheid haalde ik alsnog met een pedagogisch didactisch getuigschrift. Ik gaf alle vakken die ik ooit zelf gehad had en nog een paar waarover het management en ik het eens waren dat ik het zou kunnen. Ik schoolde daarvoor inhoudelijk regelmatig bij, maar toen ik na een jaar of wat eens in wilde springen bij een vmbo waar ze een docent voor het profiel economie en ondernemen zochten, kon dat niet. Ik had immers geen tweedegraadsbevoegdheid. Ik mocht wel lesgeven aan studenten die het vmbo hadden afgerond, maar niet aan leerlingen die nog op dat vmbo zaten. Het verwonderde me toen al. Het verwondert me nog steeds.
Het mbo fungeert als poort naar de arbeidsmarkt en naar vervolgonderwijs. Om goed te kunnen opleiden voor die arbeidsmarkt trekt het mbo vakmensen aan; professionals die hun beroepskennis willen overdragen aan jongeren en daarvoor, naast de eigen vooropleiding en werkervaring, aanvullend een bevoegdheid halen. Een bevoegdheid voor mbo, maar niet voor het voortgezet onderwijs, want daar kent men maar twee ‘smaken’: de tweedegraads docent (vmbo- en onderbouw) en de eerstegraads docent (havo en vwo-bovenbouw). Daarmee gaat het huidige bevoegdhedenstelsel voor het vo voorbij aan de praktijkvakken, die in het vmbo tot 12 uur van het lesprogramma zijn. In het huidige stelsel moeten deze praktijklessen verzorgd worden door theoretisch geschoolde docenten, tweedegraads, van wie hooguit te hopen (maar niet te eisen) is dat zij bekwaam zijn in de praktijkvakken. Zou dit de oorzaak zijn dat veel vmbo’s niet alle profielen aanbieden, maar alleen die waarvoor zij de expertise in huis hebben?
De vmbo-leerling heeft toch ook recht op een vakdocent voor de praktijkvakken? Hoe mooi zou het wel niet zijn als die vakdocent inderdaad ingezet kan worden in de hele onderwijskolom; zowel in vmbo als in mbo? Neemt de commissie onderwijsbevoegdheden dat mee in haar afwegingen?
Andersom zou je van de theoriedocent op het mbo niveau-4 hetzelfde mogen vragen als van de theoriedocent in de bovenbouw van de havo: een eerstegraads bevoegdheid. Bovenbouw havo krijgt de lessen van een eerstegraadsdocent, maar de mbo-student kan dit niet verwachten, maar krap 7 procent van alle docenten in het mbo is eerstegraads bevoegd. In sommige domeinen stroomt meer dan de helft van de mbo-gediplomeerden op niveau-4 door naar hbo. Geeft dat de mbo’er die doorstroomt naar hbo geen achterstand? Verklaart het de hogere uitval van mbo’ers op het hbo ten opzichte van havisten?
En dan is er nog het ‘lek’ van bevoegden vanuit het primair onderwijs naar het mbo. Sinds er generieke vakken (Nederlands, rekenen) ingevoerd zijn in het hele mbo hebben veel roc’s voor deze vakken nieuwe docenten aan moeten trekken. Een lerarenopleiding rekenen was er nog niet, tweedegraads docenten Nederlands liggen niet voor het oprapen. Een probleem wat veel roc’s hebben opgelost door pabo-gediplomeerden aan te trekken: zij beheersen deze stof niet alleen inhoudelijk, maar ook didactisch. En ze willen wel: de werkdruk in po is hoog en in het mbo kan het salaris oplopen tot 700 euro meer per maand. Pabo-gediplomeerden zijn ook meteen inzetbaar, binnen niveau-1 en -2 van het mbo zelfs zonder aanvullend diploma. Door hen de maximaal anderhalf jaar durende opleiding voor een pedagogisch didactisch getuigschrift te laten doorlopen, zijn ze in het gehele mbo inzetbaar. Momenteel heeft 10 tot 15 procent van alle mbo-docenten ook een bevoegdheid voor het po. Als deze allemaal ook in dat po zouden werken, al is het maar in deeltijd naast het werk in mbo, dan zou het niet nodig zijn voor de grote steden te gaan experimenteren met onbevoegden voor de klas…
Commissie onderwijsbevoegdheden: kijk niet alleen naar het vo in de herziening van het stelsel. Kijk vooral naar het mbo. Daar is die mix die minister Arie Slob zo graag wil er al.