Sinterklaas
Dag Sinterklaasje!
06 December 2013 18:32
Sinterklaas is weer weg.
In de huishoudens met gelovers is de rust weer teruggekeerd en mogen schoenen weer onder de kapstok, hoeven de folders niet meer kapot geknipt worden voor de verlanglijstjes, staat voorlopig geen hutspot meer op het menu (wat moet je anders met al die wortels voor het paard?), gluurpieten houden zich niet meer op in donkere hoekjes en herrie op het dak is weer gewoon de wind en niet misschien wel een paard.
Hier geloven ze niet meer, maar 6 december is de dag dat ik het laatste restje behangplak voor papier mache toch maar weg gooi, de restjes sintpapier weer in de kast stop en we weer gewoon op elkaars kamers mogen komen – de surprises zijn inmiddels niet alleen af, maar ook al weer gesloopt om bij het eigenlijke cadeau te komen.
Drie weken gekte. Heerlijk. Intocht, schoenen zetten, surprises maken en rijmen. Ik hou er van.
Collectief nemen we met zijn allen jonge kinderen in het ootje, van de intocht tot gisteren. “Dank u Sinterklaahaasje”; zelfs volwassenen die beter zouden moeten weten zingen het na de vierde chocoladeletter.
Maar een ding begrijp ik niet, en dat is waarom het als zo’n nachtkaars uit gaat. We gaan wel met zijn allen bij die intocht staan, die intocht wordt zelfs live op TV uitgezonden, maar Sint en zijn gevolg worden na zes december totaal vergeten. Ondankbare honden zijn we, allemaal!
Ik pleit dan ook voor een nieuw fenomeen in Klazenland: de uittocht. Zes december met zijn allen weer naar die haven en zwaaien maar!
De pieten gooien de allerlaatste pepernoten richting de kade, het paardje huppelt het dek op en neer want hij ruikt de stal al, Sint zwaait nog één keer naar de verzamelde meute kinderen die dit jaar niet alleen als Zwarte Piet, maar ook als blauwe, gele en multi-color Piet zijn geschminckt (zonder oorbellen!), en zet dan weer koers naar Spanje.
Zie ginds gaat de stoomboot op Spanje weer aan. Het past in het ritme van de muziek.
Dag Sinterklaasje!
(dit blog verscheen eerder, in een andere versie, op Hyves. Maar dat weet niemand meer. Of je wil het niet meer weten...)
In de huishoudens met gelovers is de rust weer teruggekeerd en mogen schoenen weer onder de kapstok, hoeven de folders niet meer kapot geknipt worden voor de verlanglijstjes, staat voorlopig geen hutspot meer op het menu (wat moet je anders met al die wortels voor het paard?), gluurpieten houden zich niet meer op in donkere hoekjes en herrie op het dak is weer gewoon de wind en niet misschien wel een paard.
Hier geloven ze niet meer, maar 6 december is de dag dat ik het laatste restje behangplak voor papier mache toch maar weg gooi, de restjes sintpapier weer in de kast stop en we weer gewoon op elkaars kamers mogen komen – de surprises zijn inmiddels niet alleen af, maar ook al weer gesloopt om bij het eigenlijke cadeau te komen.
Drie weken gekte. Heerlijk. Intocht, schoenen zetten, surprises maken en rijmen. Ik hou er van.
Collectief nemen we met zijn allen jonge kinderen in het ootje, van de intocht tot gisteren. “Dank u Sinterklaahaasje”; zelfs volwassenen die beter zouden moeten weten zingen het na de vierde chocoladeletter.
Maar een ding begrijp ik niet, en dat is waarom het als zo’n nachtkaars uit gaat. We gaan wel met zijn allen bij die intocht staan, die intocht wordt zelfs live op TV uitgezonden, maar Sint en zijn gevolg worden na zes december totaal vergeten. Ondankbare honden zijn we, allemaal!
Ik pleit dan ook voor een nieuw fenomeen in Klazenland: de uittocht. Zes december met zijn allen weer naar die haven en zwaaien maar!
De pieten gooien de allerlaatste pepernoten richting de kade, het paardje huppelt het dek op en neer want hij ruikt de stal al, Sint zwaait nog één keer naar de verzamelde meute kinderen die dit jaar niet alleen als Zwarte Piet, maar ook als blauwe, gele en multi-color Piet zijn geschminckt (zonder oorbellen!), en zet dan weer koers naar Spanje.
Zie ginds gaat de stoomboot op Spanje weer aan. Het past in het ritme van de muziek.
Dag Sinterklaasje!
(dit blog verscheen eerder, in een andere versie, op Hyves. Maar dat weet niemand meer. Of je wil het niet meer weten...)